Het is 30 graden, het bouwzand brandt onder je voeten en toch krijg je energie van een intensief dagje Sluislab. Op 17 juni namen 34 studenten hun gasten mee in het ontwerpend onderzoek dat ze dit jaar vanuit het lab hebben gedaan. Niet met een PowerPoint-presentatie in Teams, maar met verrassende workshops en mini-safari’s op het eiland: dit is leren door te doen. En het werkt inspirerend.
Inspirerende voorproefjes op Sluislab Picknick
Door: Willemijn de Jonge
Weleens een bootje gebouwd van een lege wasverzachterfles en chipszak? Of ligt een margarinekuipje toch beter op de golven? Voor de deur van Nautilus wordt aan een bonte vloot gewerkt. De scheepjes die af zijn worden te water gelaten in een opblaasbad.
Student Julia de Groot pitcht het concept van Social Re SAILcling vanaf een zelfgebouwd podium, dat bij nader inzien een vlot blijkt te zijn, gemaakt van plastic afval. Een hedendaagse variant op de Titanic: het gevaar is allang geen ijsberg meer, het is nu een berg plastic die het oceaanleven dreigt te verstikken. Laten we dat materiaal nu maar eens gaan gebruiken om onszelf te redden, is de moraal van Julia’s verhaal.
Vandaag werken de bezoekers mee aan het eerste hoofdstuk van een positive provocation campagne voor SAIL Amsterdam. Het begint klein, met shampooflessen en een kinderbadje, maar vanaf nu gaan ze opschalen. De komende jaren zullen de bootjes steeds serieuzer worden. Het eindpunt is SAIL 2025. Het doel is om dan een IJ-waardige boot van plastic afval in de SAIL Parade te laten meevaren. Zo wordt het opruimen van de plastic soep gekoppeld aan SAIL; een bewustwordingscampagne die zowel het evenement als het milieu ten goede komt.
Bruggen bouwen
Even later staan de deelnemers hier bruggen van spaghetti te bouwen over met water gevulde emmers, onder het toeziend oog van team The Blue Wave. Zij onderzoeken ‘spelen met water’ als verbindend element tussen de gebruikers en bewoners van Zeeburgereiland. Net als de bootjes zijn de bruggen een voorproefje in het klein: dat is de rode draad van de Sluislab Picknick op donderdag 17 juni. “Het zijn nu nog maar kleine interventies,” zegt lab lead Karel Koch, “maar dit is wel de weg te gaan.” Voorzichtig beginnen met kleinschalige prototypes, testen wat werkt, dat aanpassen en weer verder. Dat is de gedachte achter het ontwerpend onderzoek dat het Sluislab aanzwengelt met professionele partners.
Koch is trots op het feit dat er ondanks de belemmeringen van covid toch zo veel onderzoeksprojecten zijn gedaan. “We zijn dit jaar begonnen met experimenteren in de wijk, samen op zoek gegaan naar manieren om de Sluisbuurt vorm te geven. Het mooie is dat het niet alleen bij kartonnen modellen is gebleven, er zijn echt prototypes gemaakt waar partners mee verder willen. Daarmee zullen we de komende tijd steeds zichtbaarder worden op het eiland.” Het was voor iedereen een opluchting dat de deelnemers, leercoaches en werkveldpartners elkaar eindelijk weer in levenden lijve konden treffen om de resultaten van het eerste jaar Sluislab te ervaren. “Een wereld van verschil na al dat online werken,” aldus Koch. “Sommige mensen hadden elkaar nog nooit in real life ontmoet. Dat was toch wel de grote winst van deze middag; netwerken ter plekke is veel vanzelfsprekender.”
Mini-safari
De gidsen – studenten van het Sluislab – nemen de bezoekers in kleine groepjes mee op mini-safari door de Sportheldenbuurt, langs zelfbouwproject Nautilus, de oude waterzuiveringssilo’s en de skatebaan naar het braakliggende terrein aan het water waar straks gebouwd wordt. De projectresultaten worden met verve op drie verschillende locaties gepresenteerd, door studenten die zich de afgelopen het de kunst van het ontwerpend onderzoek eigen hebben gemaakt. Het blijft niet bij kijken en luisteren; bezoekers moeten meedoen. Er wordt geplant, gebouwd, geknutseld, gemediteerd en gesport. Zo worden de deelnemers zonder het zelf direct te merken onderdeel van het onderzoek: het is de ideale manier om nieuwe data te vergaren waar de onderzoeker weer verder mee kan
Buurtkoffer
Een project dat grotendeels is gericht op het ophalen van informatie uit de wijk, is de buurtkoffer van Emma Stoop. Haar grote houten rolkoffer – prototype nummer 2 – staat vandaag bij de keet van bouwende aannemer Dura Vermeer. ‘Voorbij de Usual Supects’ is de werktitel, ze studeerde erop af in het lab. Ze onderzocht hoe je bewonersparticipatie laagdrempeliger kunt maken: hoe bereik je ook de groepen die normaliter niet van zich laten horen? In een tijd dat de digitalisering nog een tandje werd opgevoerd, gooide Emma het over een heel andere boeg, met fysieke interventies in de openbare ruimte. Een grote opvallende kist op wielen, met van alles erop en eraan: een prikbord, brievenbus, tafelblad, schrijfwaren, limonade, koffie en zelfs een cactus. Ze gaf de koffer bewust geen strak design. “Het oogt gezellig rommelig, en dat maakt nieuwsgierig. Nieuwsgierigheid bleek het beste wapen.” Ze ging bij haar interventies expres een eindje bij de koffer vandaan staan op straat. En dat werkte, mensen kwamen spontaan een kijkje nemen. De eerste test leidde al tot vijftig interacties in een uur tijd. De Buurtkamer van labpartner Dynamo benaderde haar gedurende het onderzoek met een verzoek om kwetsbare groepen in de wijk te bereiken; die lieten zich verleiden door de analoge aanpak op straat. Ze hingen briefjes op, postten een reactie of deden hun verhaal bij een bakje koffie. De Buurtkamer wil door met de koffer, en ze zijn niet de enigen; het object is breed inzetbaar. Andere partners, studenten en leercoaches kunnen hem ook gebruiken voor hun onderzoek, om respondenten en vrijwilligers te vinden, te netwerken of nieuws te verspreiden.
Work like a Beast
Aan de andere kant van de bouwplaats, op het zogenoemde ‘placemaking terrein’ is alvast een voorschot genomen op de komst van duurzame broedplaats Het Baggerbeest. Als alles doorgaat, wordt begin 2022 de eerste paal geslagen.
Sinds vandaag schuilt er een wat kleiner beestje voor de brandende zon onder een tent. Een kweektuin van big bags in de gedaante van Het Baggerbeest toont een voorproefje van de publieke pluktuin die het team bedacht voor op het dak van de toekomstige broedplaats. Samen tuinieren en daar de vruchten van plukken: duurzaam en inclusief. ‘Work like a Beast’, heet het project. Het labteam heeft de daad bij het woord gevoegd. Ze hebben er een specialist bijgehaald die hen heeft geadviseerd over duurzaam bodemgebruik en zijn vervolgens planten gaan opkweken. “In Nederland zit op veel plaatsen nog minder leven in de grond dan in het zand van de Sahara, zegt Ge Visser, expert in permacultuur. “Je moet niet de plant, maar de bodem voeden en een ecosysteem creëren dat zichzelf in balans houdt en de biodiversiteit stimuleert.” Dat hebben ze hier gedaan met een heel diverse verzameling: de deelnemers mogen aardbeien planten naast de zelf opgekweekte smeerwortel, blauwe bes, rabarber, mais, druiven en een olijfwilg – die stikstof aan de bodem afgeeft. Er is ook al een beginnetje gemaakt met het creëren van eigenaarschap. Het team heeft een groepje jongeren uit de buurt bereid gevonden de planten te verzorgen.
En het verhaal gaat nog verder. Naast de tent kun je zelf een fruitshake van de oogst maken op de ‘shake fiets’. In de toekomst zou je de ingrediënten op het dak kunnen plukken om die ter plekke op eigen kracht om te zetten in een gezonde energy boost. Het kost minder inspanning dan gedacht, een goeie shake blijkt in minder dan een minuut trappen klaar. Het idee is om straks meer gebruik te gaan maken van deze techniek. Het lab wil samen met Urban Resort stroomopwekkende speeltoestellen in dit genre gaan maken voor bij de broedplaats.
Bikini
De laatste workshop van de dag gaat over hoe je op een makkelijke manier iets kunt betekenen voor elkaar. De Swap-Swap Society presenteert Slow Down Sunday, ook een programma dat sociale cohesie en duurzaamheid in één concept verenigt. Door op vaste tijdstippen een ruilmarkt te organiseren – denk aan kinderkleding, speelgoed, gereedschap – kunnen bewoners en gebruikers van de nieuwe wijk elkaar beter leren kennen en elkaar helpen aan tweedehands spullen. Studenten Fabian Pertschy en Ugur Erbay hebben er een workshop bij opgetuigd die laat zien hoe je ook met elkaar kunt communiceren zonder elkaars taal te spreken. In verplichte stilte moeten de deelnemers iets voor een ander maken met de spullen die voorhanden zijn. Met goed kijken, blikken en gebaren kom je een heel eind: mensen die elkaar nauwelijks kennen maken zwijgend de mooiste sieraden, shirts, en zelfs een bikini voor elkaar – het is tenslotte 30 graden en deze zandvlakte zou ook zomaar het ideale stadsstrand kunnen worden. Waar je dan ook dat hondje dat je altijd al had willen hebben mee naartoe mag nemen.