Terwijl nog gezocht wordt naar de bouwstenen voor het Baggerbeest, staat in de Sluisbuurt al een klein baggerbeestje: een tuintje van big bags, niet met zand of bouwafval, maar met met groente en fruit. Sluislab plantte het eerste zaadje, buurtbewoners pakten het op.
Door: Willemijn de Jonge
Het zijn maar zes ‘kweekzakken’ waar deze zomer samen met bezoekers van het Sluislab event groente en fruit in zijn geplant. Hoe klein ook; dit placemaking project heeft al iets groters aangejaagd. Het tuintje werd op 17 juni gepresenteerd als prototype voor een collectieve pluktuin op het dak van het Baggerbeest. Via Facebook reageerde buurtbewoner Laura Koopmans op de oproep van het lab om voor de planten te zorgen. Zij woont in een van de studentenwoningen aan de Zuiderzeeweg en wilde daar samen met de bewonersvereniging al een tijdje een moestuin realiseren. Toen ze daar niet uitkwam met verhuurder De Key, bood het Sluislab-initiatief een interessant alternatief.
Volle grond
Samen met drie andere bewoners heeft Koopmans het mini-baggerbeestje geadopteerd. En nu wil zij graag opschalen: “Het is een permacultuurtuintje, dat doet het beter in de volle grond, met wat meer ruimte. We hebben net met de gemeente, Stichting Placemakers en Duurzaam Oost overlegd over de mogelijkheden daarvoor.” Koopmans wil nu een bewonersinitiatief indienen, met een serieus plan van aanpak en een begroting. Daarbij gaat ze actief samenwerken met Sluislab en de community daaromheen. Ze gaan voor ‘zo groot mogelijk’ en stemmen de plek zorgvuldig af met de gebiedsontwikkelaars en Urban Resort. “Als we de moestuin een goede positie kunnen geven ten opzichte van de broedplaats kan het café hier groente, fruit en kruiden oogsten.”
Garden of Eden
Het idee is om met een koude moestuin te beginnen, maar Koopmans, die naast haar studie psychobiologie ook een botanische opleiding volgt, denkt nog groter. Uiteindelijk zou ze er graag een geodome kas bijmaken. Maar ook zonder dome voorziet ze een metamorfose. “Ik wil die woestijn veranderen in een kleurrijke Garden of Eden: een grote moestuin met bijvriendelijke bloemen eromheen voor de bestuiving. Daarmee ontstaat een totaal andere sfeer. Dan wordt het een plek om te socializen, een wandelingetje te maken met de hond, en samen te tuinieren natuurlijk. Dat doet de buurt goed. Ik vind het heel slim wat Inholland doet; ze steken tijd en moeite in het creëren van een prettige, inclusieve buurt. Dat levert ze zelf straks een fijnere plek op en nu al een goede naam.”